Straatkinderen

 

In Rio de Janeiro zijn er heel veel straa kinderen. Er zijn ongeveer 100.000 straatkinderen in Rio. In heel Brazilië zijn er ongeveer 7 miljoen straatkinderen. Deze kinderen hebben vaak geen huis meer. Ze leven dan vaak in een groepje met andere straatkinderen in een doos of onder een brug. Bijna alle straat kinderen in Rio hebben een lijmpotje om hun nek. Dat is niet gewone lijm. Dit is lijm om te snuiven. Dus het is gewoon drugs. De kinderen voelen dan niet meer of ze honger hebben en of ze verdrietig zijn. Straatkinderen hebben vaak nog een vader of een moeder in een sloppenwijk. Ze wilden dan niet meer in een sloppenwijk wonen en gingen toen de straat op en werden toen straat kind. Maar de meeste van de straatkinderen  hebben geen ouders meer. Ze worden ook vaak beschuldig van dingen die ze niet hebben gedaan. Zo gebeurd het ook wel is, dat er iemand bijwijzen van spreken zijn portemonnee kwijt is, en die gaat dan naar de politie. De politie gaat dan verschillen de straatkinderen langs. En dan moet degene die zijn portemonnee kwijt is zeggen of een van die kinderen het gedaan heeft, is dat zo, dan moet diegene mee naar het bureau. Hebben ze het gedaan? Dan loopt het niet zo goed af met het straatkind. Hebben ze het niet gedaan, dan mogen ze weer vrij. Maar die politieagenten die zetten het straatkind dan af in een gevaarlijke sloppenwijk, dan wordt hij alsnog doodgeschoten. De straatkinderen moeten als ze aan eten willen komen, vaak stelen of ze moeten het uit een vuilnisbak halen. Dus het is niet fijn om een straatkind te zijn.